Slechts 1 op 3 weet wat intersekse is

Voor het eerst is in Vlaanderen en Nederland onderzoek gedaan naar de kennis onder de bevolking over intersekse. Uit dit vandaag door het Transgender Infopunt (UZ Gent) en Rutgers gepubliceerde onderzoek, blijkt dat twee derde van de deelnemers aan het onderzoek geen voorkennis heeft over intersekse. Ook blijkt dat wanneer mensen meer weten over intersekse, ze een positievere houding hebben ten aanzien van intersekse personen. De resultaten van de ‘nulmeting’ zijn vandaag door de onderzoekers gepresenteerd in een webinar georganiseerd door het Nederlandse ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Vlaamse Agentschap Binnenlands Bestuur.

Uit het onderzoek blijkt dat het vergroten van de kennis over seksediversiteit de attitude ten aanzien van intersekse personen in positieve richting duwt, maar ook dat doorbreken van ‘hokjes-denken’ rond gender en geslacht een belangrijke factor is voor meer sociale acceptatie van intersekse personen. Beide ministeries zijn zeer overtuigd van het nut van samenwerking op deze thematiek, en plannen in de toekomst hierover nog verder overleg en wensen het thema op de politieke agenda te houden.

Resultaten

Kennis van de term ‘intersekse’ is beperkt

Voor het onderzoek zijn 1000 Nederlanders en 1003 Vlamingen ondervraagd via marktonderzoeksbureau IPSOS. De steekproef was representatief wat betreft geslacht, leeftijd en opleiding. Uit het onderzoek blijkt dat ruim de helft van de respondenten aangeeft de term ‘intersekse’ niet te kennen, waarbij beduidend meer Vlamingen dan Nederlanders. Na een check met een uitgebreide definitie, blijkt dat slechts 1 op 3 een juist begrip van de term (en dus voorkennis) had. Hoger opgeleide personen en jongeren hebben significant vaker voorkennis.

Onbekend maakt onbemind

De gemiddelde opvatting ten aanzien van intersekse personen is redelijk positief, maar er is nog aardig wat ruimte voor verbetering. Zo blijkt dat een positieve attitude sterk samenhangt met het hebben van voorkennis over intersekse, maar ook met hoe men denkt over gender non-conformiteit: mensen die sterk denken in man/vrouw hokjes, hebben een minder positieve opvatting over intersekse personen. Ook mannen, laagopgeleiden, en personen die veel belang hechten aan hun religie hebben een minder positieve attitude. Hoewel 1 op 10 respondenten aangaf een intersekse persoon te kennen, heeft dit opmerkelijk genoeg geen positief bijkomend effect op de kennis en attitudes.

Het belang van monitoring

Beleidsmakers kunnen in elk geval in de toekomst dit onderzoek herhalen. De onderzoekers Jenneke Van Ditzhuijzen en Joz Motmans ontwikkelden immers op basis van de panelstudie een nieuwe tool: de Intersex Attitudes and Knowledge Survey (kortweg IKAS). Deze IKAS-tool stelt overheden in staat om de voortgang van kennis en attitudes in de bevolking ook in de toekomst te monitoren. “Onderzoek hierover is nog erg schaars, en monitoring in de toekomst sterk aanbevolen. Samen met de belangenorganisaties op het terrein, waar we goed mee samenwerkten in deze opdracht, pleiten we voor initiatieven die zich richten op kennisvergroting en acceptatie”, aldus de onderzoekers Joz Motmans en Jenneke van Ditzhuijzen.